Geschiedenis Spanje

Vanuit het ‘Castillo de Santa Barbara” (kasteel van de heilige Barbara) is dit alles goed te zien.

Het stratenpatroon werd bepaald door de ‘Levante wind’ (wind uit het oosten) en de Poniente wind (wind uit het westen. Dit samenspel van windrichtingen kan leiden tot zeer droge en hete lucht. Volgens de Romeinse bouwkundige Vitruvius mocht de baan van de zon geen vat hebben op de huizen want dan werd het in de ochtenden al te warm. Ook de straten moesten afgewend zijn van de richting van de wind, want anders zouden mensen misschien te veel kou vatten in de wintertijd. De Romeinse planologische ideeën hebben zodoende het stratenplan van Alicante bepaald.euwen later hoorde Alicante bij het oude koninkrijk Aragon waartoe ooit ook Sicilië, Corsica, Sardinië en delen van Griekenland behoorden. Alicante was een belangrijke haven- en handelsplaats voor andere landen in het mediterrane gebied. Het tegenwoordige Alicante heeft wat internationale handel betreft echter aan belangrijkheid ingeboet.

Alicante heeft meer dan tien musea. Ze liggen vrijwel allemaal in het centrum van de stad waardoor een bezoek makkelijk is te combineren met een wandeling door de wijk Santa Cruz. Dit stadsdeel is oorspron-kelijk een zigeunerwijk met nauwe straatjes en pittoreske huisjes. En bovenaan bij de kapel kunnen we genieten van uitzicht over de stad.

‘La Illeta dels Banyets” (het eiland van de baden) in El Campello, iets ten noorden van Alicante, heeft een archeologische opgraving van een Iberische nederzetting van ongeveer 5000 jaar vóór Christus op een klein schiereiland. De Iberiërs waren jagers, vissers en verzamelaars. Van de Iberische periode zijn er schepen, graven en resten van aardewerk gevonden, evenals unieke gebouwen. Er bestond toen al veel handel met andere culturen van het Middellandse Zeegebied. Later is deze nederzetting overgenomen door de Romeinen die zelfs landbouw bedreven, wijn en olijfolie wisten op te slaan en viskwekerijen hadden. Naast Illeta dels Banyets bevindt zich de “Torre de Illeta” (toren van het schiereinland) uit de 16e eeuw. Deze Torre was onderdeel van een hele serie wachttorens langs de kust van de Costa Blanca ter verdediging tegen piraten. In 1991 is deze toren gerestaureerd, maar helaas van binnen niet te bezichtigen. Langs de kust van deze regio kunt u nog veel overblijfselen van deze torens vinden. Vaak zijn er wandelpaden naartoe aangelegd waardoor u kunt genieten van de omgeving en prachtige vergezichten.

Nog een stad die vanwege een rijke historie een bezoek waard is, is de stad Orhiuela. Het was eens de hoofdstad van het Visigotische Rijk en later van het koninkrijk Valencia.  Sinds 1564 is het de zetel van een bisdom. Ook is het de geboortestad van de Spaanse dichter van het volk en schrijver Miguel Hernández. Hij was communist, werd na de burgeroorlog gevangen genomen en stierf in 1942 in gevangenschap. Het academisch ziekenhuis in San Juan d’Alacant is naar hem vernoemd.

Geschiedenis Spanje

De Visigoten, een vergeten volk

De geschiedenis van Spanje/Costa Blanca: deel 1

De geschiedenis van Spanje/Costa Blanca: deel 2

De geschiedenis van Spanje/Costa Blanca: deel 3

De geschiedenis van Spanje/Costa Blanca: deel 4

De geschiedenis van Spanje/Costa Blanca: deel 5

De geschiedenis van Spanje/Costa Blanca: deel 6


Oorsprong van de namen Middellandse Zee en Iberisch schiereiland



De Visigoten, een vergeten volk.

Zicht op Toledo - foto Chris Delarivière

Zicht op Toledo - foto Chris Delarivière

De vroege middeleeuwen, na de val van het Romeinse rijk, zijn een van de minst gedocumenteerde episodes van de Europese geschiedenis. Het tijdperk van de Visigoten is ook zo’n ‘blinde vlek’, maar dan in de geschiedenis van Spanje. Dit Germaanse volk was na een eeuwenlange zwerftocht vanuit Scandinavië via Oost-Europa, Italië en Zuid-Frankrijk  uiteindelijk in Spanje aangekomen. Daar vormden zij een wankel koninkrijk dat van de tweede helft 6e tot begin 8e eeuw standhield.

We beginnen onze geschiedenisreis bij Toledo, zo’n 90 kilometers ten zuiden van Madrid. Deze historische stad was tot halfweg de 16e eeuw een koninklijke residentie. Nu is het een toeristische trekpleister, schilderachtig en hoog gelegen op een rots in een meander van de Taag. Halfweg de 6e eeuw werd Toledo het centrum van het Visigotisch koninkrijk.

De Votief-kronen - foto Chris Delarivière

De Votief-kronen - foto Chris Delarivière

In het Museo dos Concilios y de la Cultura Visigoda in Toledo vindt de bezoeker grafvondsten uit een nabijgelegen Visigotische necropolis en wat be-scheiden beeldhouwwerk. De meeste aandacht krij-gen echter de kunstig bewerkte, gouden en zilveren votiefkronen. Dit waren koninklijke geschenken van Visigotische vorsten aan de kerk, daterend van de 7e eeuw. Het zijn replica’s van de votiefkronen uit de schat van Guarrazar.

Deze votiefkronen werden halfweg de 19e eeuw bij toeval gevonden in Guarrazar, een boomgaard bij een oud kerkhof van het stadje Guadamur, een twintigtal kilometer ten zuidwesten van Toledo.

De lotgevallen van de schat lezen als een avonturenroman waarin heling, diefstal en gesjoemel met historisch erfgoed de hoofdrollen spelen. Maar uiteindelijk bleven een tiental kronen bewaard. Het zijn kunstig met edelstenen versierde staaltjes van verfijnde edelsmeedkunst waarin soms de naam van de koninklijke schenker is verwerkt. Daardoor weten we dat een van de schenkers koning Recesvinto (653-672) was.

San Pedra de la Mata - foto Chris Delarivière

San Pedra de la Mata - foto Chris Delarivière

Twintig kilometer zuidwaarts van Toledo ligt het rustige provinciestadje Sonseca. Het geldt als startplaats voor de gemarkeerde Ruta del Pasado Visigodo. De historische wandelroute leidt naar het uitgestorven dorpje Casalgordo en naar het vier kilometer verder gelegen San Pedro de la Mata,  de restanten van een gotisch heiligdom uit de 7e eeuw. Dit religieuze complex werd gebouwd in de regeer-periode van koning Wamba (672-681) die bekend stond als de bouwheer van de Visigoten.

Recopolis - foto Chris Delarivière

Nog enkele kilometers verder ligt het dorpje Arisgotas waar de parochiekerk werd opgetrokken met restanten van de nabije Visigotische neder-zetting Los Hitos. Daar is nu weinig van over, maar ooit was het een belangrijke nederzetting langs een oude Romeinse heirweg. Kers op de taart van onze Visigoten-route is Recopolis. Daarvoor moeten we ongeveer honderdvijftig kilometer ten oosten van Toledo zijn, bij het dorpje Zorita de los Canes aan de oevers van de Taag. Het is nu een dorpje van niks, maar de imposante burcht wijst op ooit betere tijden.

Recopolis - foto Chris Delarivière

Vlakbij, op een afgeplatte heuvel met uitzicht op de Taagvallei, ligt de archeologische site van Recopolis. Het zijn de restanten van een stad die werd gesticht door koning Leovigildo, de visigotische vorst die in het laatste kwart van de 6e eeuw de top van zijn macht had bereikt. Zijn koninkrijk strekte zich uit over heel het Iberisch schiereiland tot het zuidoosten van Frankrijk. De koning besloot in 578 een geheel nieuwe stad te bouwen als eerbetoon aan zijn zoon en opvolger Reccared I. Recopolis werd een koninklijk buitenverblijf, zeg maar het Versailles van de Goten.

Even zag de toekomst er mooi uit maar de inval van de Arabieren in 711 stak stokken in de wielen. Nu resten enkel wat ruïnes en grondvesten. Net voldoende om te zien hoe Recopolis doordacht en met zorg was aangelegd. In het moderne informatiecentrum van het Parque Archeologico krijgt de bezoeker een helder beeld van hoe deze vergeten stad er ooit uitgezien moet hebben.

Het visigotische koninkrijk was al bij al een reus op lemen voeten. De Goten vormden immers een minderheid op het Iberisch schiereiland. Het was een krijgersvolk dat gewapenderhand zijn wil oplegde aan de bevol-king en daarnaast ook nog ‘s niet uitmuntte in eensgezindheid. Onder-linge twisten waren schering en inslag. Eigenlijk leefde het gotische rijk in de ongeveer twee eeuwen dat het standhield bijna in een permanente staat van burgeroorlog. Die instabiliteit van de gotische monarchie blijkt ook wel uit de cijfers. Een koning regeerde gemiddeld acht jaar en van de pakweg vijfentwintig koningen kwamen er dertien gewelddadig aan hun einde, op het slagveld of door moord en vergiftiging. Het leverde de Goten ook een weinig benijdenswaardige reputatie op in de geschiedenis-boeken waar ze steevast maar onterecht als een ruw volkje werden voor-gesteld.

Afbeelding van een Goth in het boek Nederlandsche Oudheden (1756)

Afbeelding van een Goth in het boek Nederlandsche Oudheden (1756)

Toen de Moren hun opwachting maakten, troffen ze een vermolmd en verscheurd koninkrijk aan. In 711 werd de laatste Visigotische koning Rodrigo of Roderick verpletterend verslagen. Enkele jaren later kwam er een definitief einde aan het rijk der Visigoten. De overlevenden vluchtten naar Asturias in het hoge noorden van het schiereiland. En als onafhankelijk volk hielden de Visigoten op te bestaan.  

Dit is een verkorte versie van een artikel van Chris Delarivière dat is verschenen in het online geschiedenismagazine ‘Historiek’.

De Spaanse geschiedenis en die van de Costa Blanca: deel 1

- Castillo de Sagunto - Een belangrijke gebeurtenis in de vroege geschiedenis was de ‘belegering van Saguntum’ (ten noorden van Valencia) in 219 v.Chr. Tijdens deze belegering bestormde Hannibal de stad om deze te veroveren op de Romeinen.

- Castillo de Sagunto - Een belangrijke gebeurtenis in de vroege geschiedenis was de ‘belegering van Saguntum’ (ten noorden van Valencia) in 219 v.Chr. Tijdens deze belegering bestormde Hannibal de stad om deze te veroveren op de Romeinen.

Spanje is na Zwitserland het meest bergachtige land van Europa. In de historie maakte dit contact moeilijk tussen de verschillende gebieden. Veel routes waren ontoe-gankelijk voor de transportmiddelen van weleer. Tot 1910 was de helft van de Spaanse dorpen nog niet aangeslo-ten op een wegennet. De bergketens hebben een sleutel-rol gespeeld in het verloop van de Spaanse geschiedenis. En dat verklaart ook waarom Spanjaarden in het alge-meen een sterkere band hebben met hun regio van oor-sprong dan met de natiestaat en het koningshuis. De diversiteit in taal, architectuur, klimaat en landschap speelt een alles bepalende rol in de Spaanse geschiedenis. Het is dan ook geen wonder dat toentertijd is gekozen voor een federale, democratische monarchie met 17 autonome regio’s (weer onderverdeeld in 52 provincies). Elke regio heeft een  eigen regering en parlement waarvan sommige (Baskenland en Catalonië) meer bevoegdheden hebben dan andere autonome regio’s. De Costa Blanca is onder-deel van de autonome regio “Comunidad Valenciana”.

Mede dankzij bijdragen van de Europese Unie is de infrastructuur van het land gigantisch verbeterd. En met behulp van de huidige vervoermiddelen vormen de prachtige bergen nog amper een beletsel voor ons om nu het hele land te verkennen.

Bewoners

Spanje is zeker al meer dan 100.000 jaar bewoond. De Kelten woonden in het noordwesten en de Iberiërs woonden in de rest van het land, maar hoofdzakelijk aan de oostkust. Beide volken worden beschouwd als de oorspronkelijke bewoners van Spanje.

De Feniciërs, afkomstig uit het huidige Libanon en Syrië, waren hoogstwaarschijnlijk de eerste buiten-landers die vestigingen stichtten aan de oostkust van Spanje. Zij gebruikten voor het eerst de term “Iberia” hetgeen verwijst naar de rivier de Ebro. Ook de Grieken stichtten nederzettingen en beide volken dreven handel met de Iberiërs. Daarna kwamen de Carthagers uit Egypte.

De Carthaagse vorst Hannibal was getrouwd met een Iberische vrouw. In de geschiedenis is hij bekend geworden door zijn strijd tegen de Romeinen. Denk bijvoorbeeld aan de illustere trektocht van zijn leger, begeleid door tientallen olifanten, over de Alpen om Rome aan te vallen. Maar in Spanje is hij ook bekend door de belegering en inname van Saguntum (Sagunto). De Iberiërs dreven driftig handel met andere volken in het Middellands zee-gebied.

De Spaanse geschiedenis en die van de Costa Blanca: deel 2

de Berberse generaal Tarik ibn Zijad grijpt in tijdens de burgeroorlog onder de Visgoten in 711

de Berberse generaal Tarik ibn Zijad grijpt in tijdens de burgeroorlog onder de Visgoten in 711

De naam “Spanje” is afgeleid van ‘Hispania’ uit het Romeins. De exacte betekenis is niet helemaal vastgesteld, maar hoogst-waarschijnlijk wil het zeggen: ‘kust of land van konijnen’ .

Van ruwweg de 2e eeuw vóór Christus tot de tweede helft van de 5e eeuw na Christus hoorde Spanje tot het Romeinse Rijk. Als gevolg hiervan is de Romeinse invloed in Spanje groter geweest dan elders in West-Europa. In de 1e eeuw na christus brachten de Romeinen het christendom in Spanje.De Visigoten, zogenaamde ‘geromaniseerde Franken’, kwamen na de Romeinen en hebben gedurende tweeëneenhalve eeuw geregeerd over bijna het gehele Iberische schiereiland. De Visigotische koningen moesten altijd gekozen worden en ook zij waren ondergeschikt aan hun eigen wetten. De Visigoten integreerden goed met de Hispano-Romeinse bevolking en dat verklaart hun acceptatie. In de loop van de tijd bekeerden zij zich ook tot het christendom.

In 711 kwamen de eerste Arabieren, ook wel aangeduid als Moren, via Noord-Afrika aan land bij Gibraltar, in de antieke oudheid aangeduid als “de zuilen van Hercules”. Overigens, die zuilen zie je nog steeds op de Spaanse vlag staan. Deze symboliseren de grenzen van Spanje maar zijn ook bedoeld als aansporing om op zoek te gaan naar land en zee achter die zuilen. En Columbus deed dat dus ook door als eerste op 12 oktober 1492 namens Spanje Amerika te ontdekken. Door de grote veroveringen door Columbus en latere Spanjaarden werd Spaans uiteindelijk de tweede wereldtaal. Daaraan hebben wij 12 oktober te danken als jaarlijks terugkerende “Día de la Hispanidad”, de viering van de Spaanse taal. Goed om te onthouden want dan zijn alle winkels in Spanje gesloten.

Met de komst van de Arabieren wordt Spanje voortaan “Al Andalus” genoemd. Dit wil echter niet zeggen dat de Arabieren alleen maar Andalusië wisten te veroveren. Gedurende hun acht eeuwen durende heerschappij wisten de Arabieren in bijna heel Spanje meester te worden tot aan de grenzen van de meest noordelijke huidige autonome regio’s. Al Andalus kende tot het jaar 1000 een enorme economische groei dankzij de introductie van nieuwe gewassen (waar-onder palmen), landbouwtechnieken en producten.

Nog steeds kun je aan de Costa Blanca zien hoe de boeren gebruik maken van de door de Arabieren geïntroduceerde irrigatietechnieken. Gedurende het tijdperk dat de Arabieren aan de macht waren leefden Christenen, Joden en Moslims samen in een land met steeds wisselende grenzen en de scheidslijnen tussen die groepen waren niet heel scherp. Bij onderzoek naar het huidige DNA van de gemiddelde Spanjaard blijkt het een mengelmoes van Arabische (Moorse), Joodse en Iberische elementen. ‘Moors’ of ‘Moren’ staat overigens voor alle Arabieren die naar het Iberisch schiereiland zijn gekomen om zich te vestigen en/of te vechten. De wreedste van deze Moslims waren afkomstig uit Mauritanië. Zij hadden een donkere huidskleur en het waren huurlingen van de zogenaamde echte ‘Moren’. Later werd de term ‘Moren’ algemeen gebruikt ter aanduiding van Moslims. In de 11e eeuw viel het kalifaat Al Andalus uiteen in een aantal onafhankelijke Moslim-regio’s met elk hun eigen leider. Hun verdeeldheid speelde de christelijke koningen van de diverse rijkjes in het noorden in de kaart en zo ging de “reconquista” (herovering) van start.

In de regio van Valencia werd in de 12e eeuw ene Rodrigro Díaz uit Burgos, beter bekend als El Cid’, tijdelijk de nieuwe heerser van dit gebied en hij zwoer trouw aan een Spaanse christelijke koning. Voorheen had hij trouwens ook voor de Arabieren gevochten. Zijn loyaliteitskeuzes lagen meer bij financieel voordeel dan bij politiek gewin. Zijn heldendaden, of ze waar zijn of niet, kunnen we terugvinden in de Spaanse literatuur. En zijn naam komt voor in plaats- en straatnamen en menige horecagelegenheden aan de Costa Blanca en het achterland.

De Spaanse taal is gezien de lange overheersing door de Arabieren uiteraard doorspekt met Arabische woorden. Bijvoorbeeld “albarecoque” (abrikoos),” alcalde” (burgemeester) of “azúcar” (suiker). Veel plaatsnamen zijn verbasteringen uit het Arabisch. Zo beginnen veel plaatsnamen in het gebied van de Costa Blanca met Ben. Denk aan Benissa, Benidorm, Benitachell, Benidoleig, Benigemabla. Ben of beni betekent in het Arabisch ‘zonen van’. Dus Benissa betekent letterlijk ‘zonen van Issa’.

Spanje werd een echt christelijk/katholiek bolwerk vanaf 1492 met de definitieve val van Al Andalus en haar laatste vesting Granada. Aan de Costa Blanca wordt dit nog steeds jaarlijks en lokaal uitbundig gevierd. Een week lang zijn er festiviteiten ter herdenking van de overwinning van de Christenen op de Moslims: “Las Fiestas de Moros y Cristianos”. Het beroemdste feest vindt jaarlijks plaats in april in Alcoy. Vroeger was hier een welvarende textielindustrie, ontstaan ten tijde van Al Andalus. Textielbaronnen uit het verleden wedijverden met elkaar door de mooiste stoffen te gebruiken voor het maken van kostuums. Alcoy heeft een klein museum waar u de pracht en praal hiervan kunt bewonderen.

De Spaanse geschiedenis en die van de Costa Blanca: deel 3

Spanje als natiestaat is pas ontstaan door het huwelijk in 1469 tussen de christelijke koningin Isabella I van Castilië-León en de christelijke koning Ferdinand II van Aragon. Het toenmalige Aragon was veel groter dan de huidige autonome regio Aragon en omvatte onder andere Catalonië en de huidige autonome regio Valencia inclusief de Balearen. Het oude Aragon had haar eigen wetten en regels, maar daar kwam langzamerhand een einde aan, want steeds meer macht ging naar Madrid. Alleen Catalonië wist, weliswaar met onderbrekingen, haar autonomie te behouden. Het oude verbond van Aragon verklaart ook de taalverwantschap tussen het Catalaans en Valenciaans.

Huwelijksplechtigheid Isabella I en Ferdinand II in 1469

Huwelijksplechtigheid Isabella I en Ferdinand II in 1469

Spanje was in de 15e en 16e eeuw niet alleen een katholiek rijk, maar ook een wereldmacht met talloze koloniën. Ten tijde van de regeerperiode van Filips II, achterkleinzoon van Isabella en Ferdinand, was zelfs Nederland door Spanje bezet gebied. Denkt u maar aan de tachtig jarige oorlog en aan de begintekst van ons volkslied.

Vanaf de periode dat Spanje een katholieke wereldmacht werd ontstonden er religieuze span-ningen. Moslims en Joden werden aangezegd zich te bekeren tot het christelijke geloof. In de regio van de Costa Blanca leefden relatief grote groepen Moslims (men schat éénderde van de totale bevolking). Zowel tegen Joden al Moslims werd echter steeds gewelddadiger opgetreden. En begin 17e eeuw moesten alle Moslims het land uit en veel Joden vielen ten prooi aan de inquisitie of de brandstapel. Zo werd het land steeds meer een katholiek bolwerk. De Spaanse Joden, “Sefarden” genoemd, vluchtten onder andere naar het relatief tolerantere Nederland qua religie. Zo is onze beroemde filosoof Spinoza een telg van een oorspronkelijk uit Spanje gevlucht Joods gezin.

Aangezien Spanje zo’n katholiek bolwerk werd, waren er ook heel veel feestdagen. En die zijn er nog steeds. Over feesten gesproken, dat is iets wat alle Spanjaarden gemeen hebben. Zij zijn er dol op!  Met trots worden al die feestdagen gevierd, ook al kent men vaak de oorsprong of exacte betekenis niet meer. Katholieke feesten worden net zo uitbundig gevierd door gelovigen als door atheïsten. In de talloze paasprocessies tijdens de ‘Semana Santa’ (heilige week vóór Pasen) lopen niet alleen katholieken met die indrukwekkende beelden te sjouwen. De feesten zijn echt een onderdeel van de Spaanse cultuur. Ze zorgen voor een krachtig bindmiddel in de samenleving en verbinden heden en verleden met elkaar.

Zoals in alle Europese landen, kende men tot de 19e eeuw vrijwel geen democratie en was de absolute macht in handen van een koningshuis. Zo ook in Spanje. De landspolitiek van Spanje door de eeuwen heen verloopt vrij tumultueus.

Toen er in 1833 geen directe mannelijke erfopvolging van de koningstitel mogelijk was en Isabella II tot koningin werd uitgeroepen, verklaarde haar oom, Ferdinand VII, zichzelf tot koning Carlos V van Spanje. Tot 1876 is hierover oorlog gevoerd in Spanje. Het Isabella-kamp won, maar aanhangers van Carlos zijn er nog altijd. Denk bijvoorbeeld aan Prins Hugo Carlos die getrouwd is geweest met prinses Irene van Nederland en die een directe nazaat was van Carlos V.

De Spaanse geschiedenis en die van de Costa Blanca: deel 4

Tussen opeenvolgende koningshuizen zijn er in Spanje drie republieken geweest. Ten eerste die van 1873-1874 en ten tweede die van 1931-1936. De eerste republiek kende in één jaar tijd vijf presidenten en ging ten onder door voortdurende strijd tussen federalisten, carlisten en anarchisten. De tweede republiek kende politiek en economisch gezien eveneens een zeer roerige tijd met talloze regeringen, negen presidenten en politieke en religieuze conflicten.

Als reactie op de chaos van de tweede republiek brak een burgeroorlog uit tussen de nationalisten en de republikeinen (1936 tot 1939).


De gebeurtenissen tijdens die burgeroorlog vormen nog steeds een open wond waarover men liever niet spreekt. Die hebben geleid tot grote persoonlijke-, familie- en dorpse drama’s. Deze oorlog werd namelijk ook gebruikt om oude familievetes uit te vechten. Er zouden meer dan een half miljoen Spanjaarden om het leven zijn gekomen tijdens die burgeroorlog.

Franco: 1939 -1975

‘Niet spreken’, dan wel ‘doodzwijgen’, is een cultureel trekje van Spanjaarden, terwijl zij in het algemeen de conversatie tot een volkskunst hebben verheven. Zelden ziet men Spanjaarden zonder woorden noch gebaren op straat lopen of op een terras, in een bar of restaurant zitten. Maar dergelijke conversaties dienen altijd luchtig gehouden te worden. Over politiek, persoonlijke problemen, ellende en verderf praat men liever niet. In plaats daarvan hoort men veelvuldig het gezegde: “no pasa nada” (niets aan de hand).

De derde en laatste republiek was die gedurende de dictatuur onder Franco van 1939 tot 1975. Alicante was voorafgaand aan en tijdens de burgeroorlog een links, republikeins bolwerk van anarchisten, communisten en socialisten. Zo kenden veel bedrijven in de Levantestreek (de kuststrook tussen Valencia en Murcia) arbeiderszelfbestuur. Op 1 april 1939 viel Alicante als laatste stad en tienduizenden mensen werden gevan-gen genomen. Franco proclameerde op die dag het einde van de burgeroorlog en zijn overwinning op de republikeinen. Franco maakte van Spanje weer een streng katholiek land en elke vorm van regionalisme werd de kop ingedrukt.

Na het einde van de burgeroorlog vond er helaas geen verzoening plaats tussen de voormalig strijdende partijen. De pijn en het verdriet over wat er allemaal tijdens en na de burgeroorlog is gebeurd begint nu pas – en dan nog mondjesmaat – bespreekbaar te worden.

De jaren 40 waren eveneens een nachtmerrie voor veel Spanjaarden ondanks dat het land neutraal bleef. De infrastructuur was vernietigd, oogsten mislukten, de industrie stelde niets voor en was verouderd en het voedseldistributie-systeem was chaotisch en corrupt. En Franco en zijn regime waren verantwoordelijk voor onderdrukking, executies en verdwijning van politieke tegenstanders en al te kritische burgers. Talloze Spanjaarden die in armoedige landbouwgebieden woonden, vertrokken naar noordelijke Europese landen als gastarbeiders om het hoofd boven water te houden. In economisch opzicht fantaseerde Franco erover een zelfvoorzienend land te worden, maar dat is niet gelukt. Dus het land had dringend behoefte aan buitenlandse deviezen om het hoofd boven water te houden. Buitenlandse toeristen boden daarom een goede oplossing, zo zou blijken….

De Spaanse geschiedenis en die van de Costa Blanca: deel 5

Begin 20e eeuw is Spanje nog steeds een streng katholiek land dat geen belangrijke rol speelt in de wereldeconomie. Er worden al-leen grondstoffen en landbouwproducten ge-exporteerd. En er is dan nog veel grootgrondbezit. Kerk en adel maakten de dienst uit. De bevolking was over het algemeen slecht opgeleid. In 1900 was 60% van de bevolking nog analfabeet. Het overgrote deel bestond uit landloze boeren (pachters) en ongeschoolde fabrieks-arbeiders in met name Noord-Spanje (Bilbao en Catalonië). Eind 1933 kregen vrouwen pas voor het eerst kiesrecht.

Benidorm was tot jaren ’50 van de vorige eeuw een zeelieden- en vissersdorp. Er waren misschien vier of vijf kleine hotels en pensions, bedoeld voor kleine zakenmensen en rijkere families uit Madrid en Alcoy. Er werd destijds ook niet gesproken over ‘turismo’ (toerisme), maar over ‘veraneo’ (zomeren). Het begrip toerisme in Benidorm is te danken aan de in de jaren ’50 fungerende burgemeester Pedro Zaragoza Orts. Hij is de vader van het moderne Benidorm. Hij was een groot aanhanger van Franco en wist steun van de Spaanse leider te verkrijgen voor de ontwikkeling van Benidorm als toeristische trekpleister voor noord Europeanen. Onder Franco kwam de leus “Spain is different” in zwang. En nog steeds wordt deze leus in de toeristenindustrie gebruikt. 

het huidige Benidorm...

het huidige Benidorm...

Benidorm laat zich de laatste decennia graag voorstaan op haar hoogbouw en wordt dan ook het Manhattan van de Costa Blanca genoemd. De leus ‘Spanje is anders’ heeft tot een succesvolle toeristische industrie geleid die begon in Benidorm. Aangeraden wordt om op You-tube.com een of meer van de volgende filmpjes te bekijken. Ze geven een prachtig beeld van het begin van het toerisme aan de Costa Blanca: “Costa Blanca (Alicante) año 1958’, ‘Benidorm 1950’s in color, Alicante, Calpe, Guadalest (Costa Blanca, Spain)’, ‘Spain: Alicante & Benidorm in 1961’.

Dit alles maakte dat Spanje voor buitenlanders een romantisch, ouderwets en exotisch (Arabisch) imago had. Zo trachtte men in het begin van de 20e eeuw toeristen aan te trekken met de leuze ‘De romantiek van Afrika, maar het comfort van Europa’. In Europa is het beeld lang blijven hangen van een niet-Europees Spanje, duister, vroom en ouderwets, maar ook romantisch en exotisch. De oud-dictator en grondlegger van de Falangistische beweging, Primo de Riveira (waarvan Franco later de leider werd), heeft in 1928 de ‘Paradores’ in het leven geroepen. Dit zijn staatshotels die zich bevinden op prachtige locaties. Ze zijn doorgaans gehuisvest in imposante en historisch en architectonisch gezien belangrijke gerestaureerde gebouwen zoals kastelen en kloosters. Die keten van Paradores bestaat nog steeds en tegenwoordig zijn deze ook gevestigd in modernere gebouwen.

De burgemeester van Benidorm stond in 1959 het dragen van bikini’s toe. Dat kwam hem duur te staan: excommunicatie door de nog immer machtige en conservatieve katholieke kerk dreigde. Toen hij dit bericht las in de krant, stapte hij terstond op zijn Vespabrommer  en reed in 9 uur tijd naar Madrid waar hij Franco wilde spreken. Franco, naarstig op zoek naar buitenlandse deviezen, stak toen hoogstpersoonlijk een stokje voor deze excommuninicatie en sprak een krachtig woordje met de hoogste bisschop van het land. En daarmee begon een kleine seksuele ‘revolutie’ en een afname van de macht van de katholieke kerk in Spanje.

Spanjaarden gingen als gastarbeiders werken in andere Europese landen. En Noord-Europeanen op hun beurt trokken massaal naar Spanje voor vakantie. Hierdoor groeide niet alleen de economie in Spanje, maar er kwam ook verandering in sociaaleconomisch opzicht. Beide processen fungeerden als aanjager om Spanje voor te bereiden op het democratische gedachtengoed. In 1975, na de dood van Franco, werd Spanje dan ook zonder slag of stoot een democratisch land. In 1986 werd het opgenomen in de huidige Europese Unie en sinds 2002 zijn de peseta’s ingeruild voor de Euro.

De Spaanse geschiedenis en die van de Costa Blanca: deel 6

Alicante, hoofdstad van de gelijknamige provincie, is een vrolijke, rommelige en uitbundige stad die de moeite waard is om te bezoeken. In de zomer treft men er ook Madrilenen aan die de verzengende hitte van de hoogvlakte ontvluchten en hier in hun appartementen verblijven. Alicante is een oude stad. De Feniciërs dreven er al handel met de daar woonachtige Iberiërs. Ook de Carthaagse heerser Hanibal verbleef in het destijds door hem genoemde ‘Akre Leuke’ (witte landtong). Het archeologisch museum Marq, gevestigd in het voormalige hospitaal van Alicante, geeft een prachtig beeld van de vroege historie van de stad.

Later werd Alicante één van de ongeveer 400 Romeinse steden die Spanje telde. Bij dergelijke steden was de ligging en inrichting niet willekeurig gekozen en ingericht door de Romeinen. Zo was de geografische ligging uit strategisch oog-punt belangrijk. Hoogte, aanwezigheid van een rivier en/of zee speelden vanuit handelsoverwegingen eveneens een rol voor de stadsbepaling. 

Dama de Elche

Dama de Elche

Als je mij iets wil laten weten, dan kun je me mailen: h.v.veldhuijzen@gmail.com

Er is geen enkel beeld in de regio van de Costa Blanca dat je zó vaak tegen komt als dat van de “Dama de Elche”. Het originele beeld bevindt zich in het archeologisch museum in Madrid. Dit beeld is heel belangrijk voor de regio. Wat is het geval. In 1897 werd het beeld gevonden door een 14-jarige landarbeider in La Alcudia, 2 km. van Elche. Een Franse archeoloog, Pierre Paris, hoorde van de vondst en kocht het voor 5.200 pesetas ( omgerekend €32). Hij nam het mee naar Frankrijk en onderzocht het beeld. Hij kwam tot de ontdekking dat het beeld gemaakt moet zijn door de Iberiërs in de 5e of 4e eeuw vóór Christus, waarschijnlijk een Iberisch godenbeeld. Het beeld stelt een dame voor, maar verder...? Het zou een godin kunnen voor-stellen of onderdeel kunnen zijn van een Iberische graftombe. Het beeld is slechts 56 cm. hoog en in het ruggedeelte zit een gat van 18 centimeter doorsnede en 16 centimeter diepte, misschien om een offerande in te deponeren. Van lieverlee begon men zich in Spanje te realiseren dat men een belangrijk onderdeel van het cultuur-historisch erfgoed had verpatst. In 1941 kwam de beroemde dame naar ‘huis’ door toedoen van Franco. De huidige waarde wordt geschat op 15 miljoen euro. De Dama de Elche is uitgegroeid tot een nationaal symbool. Voor Picasso en Dalí is zij een bron van inspiratie gebleken en laatstgenoemde vond haar zelfs de mooiste vrouw van Spanje.




Oorsprong van de namen ‘Middellandse Zee’ en het  'Iberisch schiereiland'


De Middellandse Zee en het Iberisch schiereiland zijn

al eeuwenlang onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Maar waar komen deze namen eigenlijk vandaan?

De naam Middellandse Zee

De Middellandse Zee is de op een na grootste binnen-

zee ter wereld. Vroegere naamgevingen zijn: bij de Ro-

meinen - Mare Nostrum (Onze Zee), in het Turks -

Akdeniz (Witte Zee), in het Hebreeuws - Mittelmeer

(Middelste Zee) en in het in het Egyptisch - Groot

Groen.

Vaak wordt gedacht dat de naam Middellandse Zee

afgeleid is van het Latijnse Mare Nostrum, maar de

oorsprong ligt in de naam Mar Medi Terraneum, wat 

"zee te midden van land” betekent. Mare Nostrum was

de naam die het Romeinse Rijk gebruikte toen het alle

kusten ervan beheerste.

De ligging van de Middellandse Zee wordt perfect omschreven door de naam Mar Medi Terraneum, aange-zien de zee ligt tussen Europa, Azië en Afrika. Bovendien grenst de zee niet volledig aan land, maar staat zij via de Straat van Gibraltar ook in verbinding met de Atlantische Oceaan.

In de geschiedenis is de Middellandse Zee het epicentrum geweest van de wereldbeschaving, waarbij de zee een cruciale rol speelde bij de interactie tussen diverse volkeren in het gebied. In de loop van de tijd symboliseerde deze zee creativiteit, wijsheid en intellectuele vooruitgang. Ze was de bakermat van opmer-kelijke beschavingen zoals de Egyptische, Griekse, Romeinse en Ottomaanse.

De naam Iberisch Schiereiland

In de Middellandse Zee monden een groot aantal rivieren uit, waarvan de Ebro de belang-rijkste is. Deze rivier geeft zijn naam aan het Iberisch Schiereiland. In de oudheid werd het schiereiland nauw geassocieerd met de rivier de Ebro. In het Oudgrieks  is deze rivier bekend als Iberos en Iberus of Hiberus in het Latijn. Het schiereiland werd zo sterk geassocieerd met de Ebro dat het nauwelijks nodig was om dit te verklaren. Zo was Ibēria het land aan deze kant van de Ibērus.

Voor de Oude Grieken werd de Ecúmene, oftewel de hen bekende wereld, afgebakend met behulp van de term Iberia. Het Iberisch Schiereiland bevond zich aan het uiterste westen van de bekende wereld. En de Kaukasische Iberia bevond zich in het oosten, ook wel Iberia van het Oosten of Aziatisch Iberia genoemd en gelegen in het huidige Georgië.

Van Iberia naar Hispania

Voordat Hispania de naam was van het schiereiland, werd het dus Iberia genoemd, het land van de rivier Iber (Ebro). Daarvoor werd het schiereiland Ophioússa genoemd, wat “land van de slangen” betekent. Later gaven de Romeinen het Spaanse deel van het schiereiland de naam Hispania, waar Spanje van is afgeleid.