Mijmeringen 31-40

Mijmeringen 31 t/m 40

Je eigen pad volgen 31.

- Single-zijn in een wereld waar stelletjes de norm zijn. 32

- Relaties, voor-het-leven? 33

- Relaties-voor-het-leven! 34

- Schuldeloze schuld 35

- Jouw levensverhaal helpt bij het vinden van zingeving van je leven 36

- Wat staat een tevreden leven in de weg…37

- Ook een zinvol leven is 'zoals het is' 38

Op hol geslagen door ‘meer en beter’ 39

- De zin van het leven versus zin geven aan mijn leven 40

 

"Je kunt schrijven zonder schrijver te zijn, zoals je kunt pianospelen zonder pianist te zijn" (Gerwin van der Werf).

Als je mij iets wil laten weten, dan kun je me mailen: h.v.veldhuijzen@gmail.com

Je eigen pad volgen  31

Het volgen van je eigen pad is de kunst om te leven volgens jouw eigen persoonlijke waarden en overtuigin-gen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want betekent dat bijvoorbeeld, handelen naar wat jij waarde-vol vindt? Zeker in een samenleving als die van ons is dat nog niet zo eenvoudig. We worden immers constant 'door derdern' gebombardeerd met boodschappen over wat belangrijk is en wat ons waardevol maakt. Door ad-verteerders, in onze opvoeding, door onze religieuze achtergrond, door onze familie en vrienden. Je maakt hierdoor (ook) keuzes die niet altijd goed voor jou zijn. En wij hebben allemaal de neiging om dan maar door te ploeteren met onze oogkleppen op. Omdat het gemakkelijker is om een voor ons uitgelegd en bekend spoor te volgen.

Totdat je er achter komt dat je het leven van iemand anders lijkt te leven. Een leven dat gebaseerd is op waarden waar jij je eigenlijk niet in kunt vinden. Dat gaat wringen en je neemt het besluit om je leven om te gooien. Door meer te gaan kiezen voor een manier van handelen en voor zaken die bij jou passen. Je weet misschien nog niet precies wat dat allemaal inhoudt, maar je gaat wel op zoek naar richting-aanwijzers die er voor jou echt toe doen. En je gaat ontdekken waar je wel voldoening uit kan putten en wat wel aansluit bij jouw persoonlijke waarden over liefde, vriendelijkheid, verbinding met anderen. Kortom, waarden die voor jou zullen werken als een soort psychologisch kompas. En je komt op een pad waar jij je goed bij voelt. Een pad dat voor jou in de juiste richting te gaat. Om daarachter te komen, zijn misschien de volgende vragen handig:

- Wat vind ik, diep van binnen, belangrijk?

- Wat voor soort relaties wil ik opbouwen?

- Waar wil ik dat het in mijn leven om draait?

- Hoe voel ik me het merendeel van de tijd?

- Welke soort van situaties geven me het gevoel dat ik echt leef?

- Als er een wonder zou gebeuren en alle angst en stress in mijn leven waren opeens voorbij, hoe zou mijn leven er dan uitzien, en welke nieuwe dingen zou ik dan willen aangaan?

En probeer bij het zoeken naar antwoorden niet te denken in ‘goed’ of ‘fout’, maar vraag je af hoe het antwoord zich verhoudt tot de manier waarop jij je leven wilt leiden. Kijk aan het eind van de dag wat je gedaan hebt en vraag jezelf af of dat echt de moeite waard was. Het gaat er daarbij niet om wat je leuk of niet leuk vndt om te doen, maar om wat je waardevol vindt. Als je zodoende erachter komt waar je om geeft, kun je ook makkelijk afstand nemen van de dingen waar je niet om geeft.

Onderzoek laat zien dat het hebben van een sterk besef van wat voor jou belangrijk is leidt tot groter geluk. Als we keuzes maken die gebaseerd zijn op wat we belangrijk vinden, hebben we ook veel meer de kracht om situaties die lastig zijn op een constructieve manier en met vertrouwen aan te pakken.

Maar met het bepalen van je waarden en wat jij belangrijk vindt, ben je pas op de helft van het proces van je eigen pad volgen. Leven naar die waarden is de volgende stap. En dat kan nog best een hele klus worden. Wat ik zelf in dit verband altijd heel lastig vond, was het zoeken naar een evenwicht tussen de waarden werk en privé. Als je kiest voor de ene waarde, beweeg je weg van die andere – net zo belangrijke – waarde. En de vraag is dan wat je moet doen! Ik ben erachter gekomen dat de crux ‘m zit in het nadenken over deze keuzes. Niet als goed of fout, maar als gelijk en anders. En dan is het aan mij om een reden te vinden voor de keuze die ik maak. Niet omdat het ene beter is dan het andere, maar gewoon omdat er een besluit moet worden genomen. Mijn werk vroeg zoveel aandacht en energie van mij dat ik het niet anders kon doen. Daarmee is het probleem van een goede balans tussen werk en privé niet weg, maar wel het vervelende gevoel van het constante getrek tussen werken en tijd doorbrengen met kinderen, partner en vrienden. Daarenboven, de hoeveelheid tijd die je besteedt aan het één laat niet per se zien hoe onbelangrijk het andere is. Wat ik – achteraf gezien – beter had kunnen doen, is gebruik maken van ‘social snacking’. Ofwel het hanteren van een tijdelijk alternatief voor ontbrekende directe sociale interactie, zoals het plegen van een telefoontje. Het sturen van een e-mailtje of whatsappje was toentertijd helaas nog niet echt beschikbaar of gebruikelijk.

Hoe dan ook, het aangaan van moeilijke keuzes kan zeer bevrijdend zijn. Omdat het helpt te bepalen wie je echt bent. En het laat zien dat we allemaal de mogelijkheid hebben om ons leven vorm te geven. Je eigen pad volgen is echter geen garantie voor een verder leven zonder moeilijkheden. We krijgen allemaal te maken met dilemma’s (het moeten kiezen tussen twee evenwaardige mogelijkheden) waardoor je een pad kiest dat ook verlies met zich mee kan brengen. En elk verlies gaat vergezeld met een bepaalde hoeveelheid pijn, verdriet en zelfs spijt. Het verschil is evenwel of je er echt in geïnvesteerd hebt. En dat helpt je om flexibel te navigeren tussen moeilijke emoties. Als je weet wie je bent en waar je voor staat, benader je de keuzes in het leven met het krachtigste middel dat er is: jouw werkelijke, complete ik.

  • Herman


Single-zijn in een wereld waar stelletjes de norm zijn 32

Sinds 1947 groeide in Nederland het aantal mensen dat alleen woont van 285.000 naar bijna 3,1 miljoen nu. Dit aantal eenpersoonshuishoudens maakt onderdeel uit van de in totaal ruim 8 miljoen particuliere huishoudens. En richting 2050 zal het aantal alleenwonende volwasse-nen nog ’s met 600.000 stijgen. Dat betekent dat dan on-geveer de helft van alle huishoudens single is!              Nu zijn alleenwonenden nog vooral twintigers. En hun single-zijn is meestal niet definitief. Zij worden ook wel de boemerangsingles genoemd. Als ze een relatie aan-gaan dan moet die vooral hun leven leuker maken. En hun partner moet ‘het beloofde land’ brengen. Maar als blijkt dat zo’n land niet binnen bereik ligt en dus ook niet door een partner aangereikt kan worden, dan gaan ze even zo vlot weer terug naar hun vertrouwde situatie als alleenstaande en zoeken ze verder. Ze zijn economisch onafhankelijk en beginnen na hun opleiding met wonen in hun uppie. Tenminste, als ze al zelfstandige woonruimte weten te bemachtigen. Ze hebben een breed sociaal netwerk. En het blijkt ook de normaalste zaak van de wereld te worden als je je verdere leven blijft daten.

Bij ouderen ligt dat anders. Eenmaal de vijftig gepasseerd en gescheiden kiest deze groep juist wel be-wust voor een verder bestaan alleen. Ouderen hebben vaak al een gezin gehad en hebben dus zoiets als een familie-ervaring al binnen. En boven de zeventig is de kans om blijvend zonder anderen te zullen wo-nen het grootst.

Dus het beeld van de ‘beroepsvrijgezel’ moeten we misschien wat bijstellen. Dus zeg tegen een 'zielige, sneue' single niet goedbedoeld en meelevend: “Het heeft bij jou nog niet zo willen lukken hè?” Trouwens, het loopt voor veel singles zoals het loopt. En steeds meer ‘alleengaanden’ maken zich daar steeds minder druk over en vinden dat oké! Ook wordt vaak over singles gezegd dat ze te kieskeurig zijn of wellicht niet voldoende openstaan voor een relatie. Maar zo eenvoudig ligt dat niet. De liefde vinden is óók geluk hebben en de juiste persoon tegenkomen. Dat overkomt je. En als je dat geluk niet hebt, is dat niet altijd te verklaren. Daar komt bij dat veel singles van lieverlee gaan ontdekken dat hun alleengaande leven best de moeite waard is. Zij hebben weliswaar ook hun lijstjes met dingen die het leven gelukkig kunnen maken, maar doorgaans staat daten daar niet (meer) bij. Ook omdat vrijgezellen gaande de single-rit steeds beter in staat zijn sterkere gevoelens van zelfbeschikking te ontwikkelen.

En natuurlijk is daarnaast het koesteren en onderhouden van vriendschappen een cruciale rand-voorwaarde voor een lang en gelukkig leven, zo blijkt uit vele studies. Mensen die regelmatig contact hebben met tien of meer anderen, zijn gelukkiger dan mensen die frequente contacten ontberen. Het is dus heel verstandig te investeren in vriendschappen. En ter geruststelling: het blijkt dat vrijgezellen vaak sterkere en meer sociale netwerken hebben dan gehuwde stelletjes. Viendschappen worden ook belang-rijker naarmate we ouder worden. Trouwens, de tijd af en toe alleen doorbrengen kan ook heel heilzaam werken. En, tijd die je alleen doorbrengt is niet per se eenzaam doorgebrachte tijd. Echte eenzaamheid ontstaat pas als je alleen bent en blijft met je ervaringen. Koester dus je vriendschappen!

Singles blijken overigens ook in het rijtje thuis te horen van gediscrimineerde minderheden! Hiervoor be-staat zelfs een term: 'singlisme'. Het betekent zoveel als het discrimineren, achterstellen en stereotyperen van singles. Neem het commerciële activiteiten-aanbod. Als single ben je bijna geen doelgroep. Soms zijn er wel activiteiten voor alleengaande mensen die eenzaam zijn. Maar ja, je wil liever niet vooral een probleemgeval zijn. En zo worden alleengaanden wel vaak benaderd: mensen die verdriet hebben of iemand kwijtgeraakt zijn.

Ook in onze wet- en regelgeving kom je er als alleenstaande slechter vanaf dan een stel of gezin. Zo betaal je als eenpersoonshuishouden vaak hetzelfde bedrag aan afvalstoffenheffing als een gezin. Of neem de erfbelasting: als je een bedrag aan je partner wilt achterlaten kan dat belastingvrij tot bijna 7 ton. Wil je schenken aan je beste vriend, dan is die belastingvrije voet slechts ietsje meer dan 2 duizend euro! En over het meerdere betaal je 30 of 40 procent.

Het achterstellen van singles zit 'm ook in kleinere dingen. Als je bijvoorbeeld een maaltijdbox bij Hello Fresh bestelt, dan kost die ruim twee keer zo veel dan een box voor zes personen Een half brood kost ook nooit precies de helft van een heel.

Het komt erop neer dat In alles gezinnen of stellen nog steeds de norm zijn. Wil of kun je niet aan die norm voldoen, dan betaal je daarvoor een prijs.

Waarom is dat zo!? Waarom is het leven duurder in je eentje!? De wet- en regelgeving zou zo moeten worden aangepast dat de overheid en het bedrijfsleven niet meer in staat worden gesteld alleenstaanden te discrimineren. Marjon Moed, een theatermaker, is op dit gebied zeer actief. Zij stelt onder andere: “Het CDA zegt dat het gezin de hoeksteen is van de samenleving". Stel dat ik daarvan zou maken: "de alleen-staande is de hoeksteen van de samenleving". Dat zou toch de wenkbrauwen doen fronsen. Maar het gezin idealiseren ten koste van singles, dat mag zomaar.

  • Herman

Relaties, voor-het-leven? 33

Er zijn een paar psychologische factoren die een rol kun-nen spelen bij het toenemend aantal scheidingen. Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit Brussel stelt in zijn boek ‘Het narcistisch ideaal’ (2009) dat een toenemend narcisme in combinatie met een afnemend vermogen tot hechting niet bevorderlijk zijn voor de instandhouding van huwelijken. Het aangaan van rela-ties wordt steeds vaker gestuurd vanuit een ‘narcistische klik’ en minder door wederzijdse hechting. We raken steeds meer op onszelf gefocust. De gevolgen ziet Derksen om zich heen. “Een narcistische relatie draait om de connectie die je in het hier-en-nu met elkaar hebt. Daardoor zullen mensen ook sneller irritatie bij elkaar opwekken. Ook vriendschappen zijn door diezelfde oorzaken minder vaak ‘voor het leven’. Door die narcistische inslag stellen mensen zichzelf meer centraal dan ze vroeger deden.”

Door het minderen van vanzelfsprekende sociale verbanden wordt het extra belangrijk vaardigheden te ontwikkelen om relaties te onderhouden. Derksen ziet bij jongere generaties wel meer zelfvertrouwen, maar hun vermogen om zich te hechten is niet meegegroeid. En hechting is juist cruciaal voor het ontwik-kelen van vriendschappen en relaties. “Hechting is belangrijk voor de ontwikkeling van je geweten en zorgt ervoor dat je oog hebt voor de gevoelens van anderen en dat je daarmee rekening houdt.” Daaren-boven heeft hechting niet zozeer met verwachtingen te maken, maar met de waardering van een gedeeld verleden. Ik zie dit laatste bij sommige stellen in mijn omgeving ook wel terug. En ik kan hun met-elkaar-verkeren met veel genoegen observeren. Ik denk ook dat dergelijke relaties minder snel op de klippen lopen.

Tegelijkertijd horen we om ons heen dat het je hechten aan elkaar ook als inleveren van vrijheid wordt ervaren en beleefd. Daardoor wordt bij steeds meer stellen ruimte gevraagd om binnen een relatie voor een deel je eigen leven te kunnen leven. Dit, in tegenstelling tot ‘alles-samen’. En, laten we eerlijk zijn,  zo'n alles-samen-relatie kan er best aandoenlijk uitzien, maar of een dergelijke de-een-niet-zonder-de-ander wel zo wenselijk is voor de persoonlijke vorming van elk der partners, is maar de vraag.

Terug naar de aan het begin van deze mijmering genoemde factoren die een durende relatie in de weg staan, namelijk een toenemend narcisme en een afnemend vermogen tot hechting. Dit lijkt aan te sluiten bij moderne levensmotto’s als: ‘kom voor jezelf op’, ‘blijf bij jezelf’ en ‘heb recht op jezelf’. Allemaal begrij-pelijke uitspraken. Maar of deze bevorderlijk zijn voor de houdbaarheid van relaties? Ingewikkeld dus. Zeker als we constateren dat binnen veel relaties nog steeds sprake is van een vrouwafhankelijke positie ten opzichte van de man. Het was en is nameijk niet zo verstandig om als vrouw je levensloop te veel te laten afhangen van de positie van de man. De kans dat je na beëindiging van een relatie uiteindelijk met lege handen komt te staan, is dan best groot. Dit geldt zeker voor veel van de nog gehuwde zestigers en ouder. Daarenboven hoor je, zeker bij deze ‘seniorengeneraties’ nogal eens de verzuchting: “Ik raak mezelf kwijt”, of “Ik ben mezelf kwijtgeraakt”. In het eerste geval ben je misschien nog op tijd, in het tweede geval waarschijnlijk te laat…  

Maar goed, dit soort van inzichten en gevoelens gaan dus uit van een soort recht op jezelf. En  dat ver-houdt zich maar moeilijk met het ‘ouderwetse’ idee over het opbouwen en onderhouden van een band-voor-het-leven met iemand. Namelijk, dat beide partners bereid zijn een deel van zichzelf in te leveren ten gunste van een positieve voortgang van een relatie. Voorwaar een lastig dilemma! Zeker, als we de strijdbare motto’s van zo-even erbij betrekken. Of zijn die toch te strijdlustig en te individu-gericht? Alsof een relatie een vechtsituatie is waarbij je je zelf duidelijk op de voorgrond moet plaatsen om niet te worden ondergeschoffeld. En bij het tweede meer traditionele standpunt over iets inleveren van jezelf kun je je afvragen wat dat dan precies inhoudt.

Dus, beide standpunten zijn niet zomaar te omarmen. En daarmee is het door mij bedoelde dilemma (nog) niet opgelost. Hoe het ook zij, na het overdenken van dit alles is mijn geloof in een (terugkerend) voortbestaan van relaties-voor-het-leven er niet sterker op geworden.

En toch…! Vanuit de psychologie is bekend dat mensen het meest tevreden zijn als het ze is gelukt een vanzelfsprekende band op te bouwen met iemand anders. Dat denk ik ook. Maar of dat dan een band moet zijn in de vorm van een samenleven ‘voor dag en nacht’ weet ik niet zo zeker.

  • Herman

Relaties-voor-het-leven! 34

Bijna 4 op de 10 huwelijken zijn de afgelopen jaren in een echtscheiding gestrand, terwijl dat percentage in de jaren 70 nog op zo’n 15 procent lag. De niet-huwelijkse relaties zijn hierin nog niet eens meegeteld. Onder de vijftigplussers groeit de groep die na een scheiding geen inwonende partner meer wil het hardst Ze hebben een huis, goede baan of misschien al pensioen. Je deelt je leven in zoals jij dat wilt. Je spreekt af met wie jij wilt. En verantwoording afleggen doe je alleen aan jezelf. Liever happy single dan ongelukkig in een relatie, zo lijkt het devies. 

De lange relatie voor het leven lijkt dus zijn beste tijd te hebben gehad. Levenslange verbintenissen, die we tot ver in de vorige eeuw gewend waren, zullen in de toekomt meer uitzondering dan regel zijn. Desondanks blijven we elkaar bij de start stug eeuwige trouw beloven.

Natuurlijk! Je maakt van je trouwdag niet voor de flauwekul zo’n dure poppenkast. En op zo’n feestdag is niet de eerste afspraak om in het vervolg elke vijf jaar saampjes te bekijken of een dergelijke relatie-voor-dag-en-nacht nog wel de moeite waard is. ‘Vroeger’ was een huwelijk veel meer gekoppeld aan financiële belangen en aan economische overwegingen. En trouwen, dat deed iedereen. Dat hoorde zo. En als het wilde lukken dan kwamen daar kinderen van. Doorgaans niet te weinig. Van elkaar scheiden, dat kwam maar zelden voor. Het verbreken van de wettelijke en – vooral – kerkelijke trouwgelofte was een soort van sociale schande. Van elkaar scheiden was wettelijk ook nog 's een behoorlijke klus.

Vandaag de dag zijn relaties meer gebaseerd op liefde. Er is ook weinig druk vanuit de samenleving om bij elkaar te blijven. Scheiden is nu juridisch een eitje. En samenwonende stellen zonder trouwboekje houden het nog eerder en vlotter voor gezien dan gehuwden. Samenwonen is immers laagdrempeliger dan trouwen. Je boeltje pakken als samenwonende geeft vergeleken met scheidende echtelieden aanmerkelijk minder gedoe.

Maar, hoe we ook met elkaar zijn verbonden in een liefdesrelatie, er komt een moment dat het uit die roze wolken begint te druppen. Grote kans dat je dan ’s avonds in bed meer naar de afstandsbediening grijpt dan naar je lover. En er komen vragen. Is dit het nou? Wat hebben we elkaar eigenlijk nog te melden en te bieden? En de nummer één reden van scheiden meldt zich: 'op elkaar uitgekeken zijn'. We ontdekken dat een relatie geen Hollywoodfilm is waarin je elkaar ontmoet en verliefd wordt, waarna dat gevoel de rest van je leven voortduurt. Dergelijke films stoppen meestal ook voordat het echt moeilijk begint te worden. Er is onderzocht dat het verliefde gevoel gemiddeld drie maanden tot drie jaar kan duren. En, bij slechts ongeveer een op de twintig stellen houdt de verliefdheid aan. Weliswaar afgewis-seld met minder gelukkige tijden, maar toch!

De vraag is welke factoren bepalen of mensen gelukkig zijn in hun relatie? En bij het zoeken naar ant-woorden loop ik niet in de valkuil dat lang samen-zijn iets zou zeggen over hoe gelukkig je bent in je relatie. Want zo is het niet. Nogal wat langdurige stelletjes lijden een troosteloos bestaan. En wat óók blijkt is dat veel koppels die meer dan veertig jaar bij elkaar zijn er doorgaans vrede mee hebben dat verliefdheid en aantrekkingskracht geen constanten zijn. Er wordt geaccepteerd dat er gewoon niet meer in zit. Verder blijkt: hoe langer je bij iemand blijft, hoe beter de relatie kan worden. Want als je lange tijd alles met elkaar deelt, bereik je een niveau van verdieping en intimiteit dat voor verbondenheid en geluk kan zorgen. Je weet waar je aan toe bent en wat je aan elkaar hebt. Dat geeft stabiliteit. Bij een gezonde relatie spelen ook emotionele verbondenheid, intimiteit, vriendschap, respect en commitment een belang-rijke rol. Het levert de zekerheid op dat je er voor elkaar bent en dat je met elkaar je levensdoelen en angsten kunt delen. Riekt dat naar sleur? Zeker! Maar zoals al eerder door mij opgemerkt, sleur hoeft niet hetzelfde te zijn als saai!

Dus, levenslang - met onderweg af en toe wat frictiegedoe - en gelukkig bij elkaar blijven, het kan. Dat leert ons dat je dus niet te snel een punt moet zetten achter een relatie. Trouwens, het hebben van kinderen, een gezamenlijk sociaal netwerk, een koophuis, het zijn allemaal elementen die de barrière om uit elkaar te gaan hoger maken. Maar, koste wat kost in een relatie blijven zitten, is ook niet goed voor je. Wanneer je uiteindelijk moet concluderen dat je elkaar ongelukkig blijkt te maken, is uit elkaar gaan heel verstandig.

  • Herman

Schuldeloze schuld 35

Schuldgevoel, er zijn weinig mensen die daar geen last van hebben. Het is een van de vervelendste emoties. Velen lopen er jaren mee rond. Vaak tot het einde van hun leven.  Maar het is de vraag of schuldgevoelens al-tijd terecht zijn.Daarenboven, welk nut heeft mijn schuld-gevoel? Wat levert het mij op? Wie heeft er wat aan?      Ik moet bij deze vragen denken aan twee bekende tegel-tjeswijsheden: “Stop geen energie in dingen die je toch niet kunt veranderen“. En, “Je verleden is een les, geen levenslange gevangenisstraf”. Hiermee wil ik overigens niet meedoen aan de huidige trend om schuldgevoelens weg te wensen uit ons bestaan. Alsof een slecht geweten of schuldgevoelens onzin zijn. Maar ik wil het wel hebben over onterecht of zinloos schuld-gevoel. Zeker als dat het gevolg is van een daad  waarvan je je niet  bewust was dat je die moedwillig hebt gepleegd.

Dat we hiermee zo hannesen komt volgens Nietzsche door het geloof. Het christendom heeft ons vol-gens hem opgezadeld met een torenhoog schuldbesef. We moeten ons schuldig voelen over allerlei dingen. Ook over datgene wat bij onze natuur hoort en heel menselijk is. Zoals genot en lustgevoel. Als we niet in lijn met Gods geboden handelen, zijn we de klos. ‘Schuldgevoel is de ergste ziekte die ooit in de mens heeft gewoed’, zegt Nietzsche eind 19e eeuw. En anno nu lijden we nog steeds aan dat gevoel.

Schuldgevoel, terecht of niet, is een ingewikkeld iets. Naast door dogma’s gecreëerd schuldbesef heeft ons schuldige geweten in belangrijke mate ook te maken met onze empathie. Dat ontstaat als je door eigen toedoen of het nalaten van iets het lijden van een ander ziet of vermoedt. Om op dit alles meer grip te krijgen is het handig een paar criteria langs te lopen die met dit vervelende en soms belastende gevoel te maken kunnen hebben.

Zo is er terecht sprake van schuld als jij ook verantwoordelijk bent voor een daad of het nalaten daar-van. Maar dat verantwoordelijke gevoel is niet terecht als je in alle eerlijkheid kan vaststellen dat je je er niet bewust van was of niet hebt kunnen weten dat je iets hebt misdaan of hebt nagelaten. Maar je kan dan toch de oorzaak zijn van het berokkende leed. Oók als je je er niet bewust van was. Je had met jouw leedveroorzakende daad niet de bedoeling een ander schade toe te brengen of leed aan te doen. Sterker nog, je had op dat moment of in die periode helemaal niet in de gaten dat je leed berokkende door jouw toedoen of nalatigheid. Een voorbeeld hiervan vinden we in het Oedipus-verhaal uit de Griekse oudheid. Oedipus was de oorzaak van vadermoord en incest, maar hij was er niet voor verantwoordelijk. Want hij wist niet dat de man die hij doodde zijn vader was en dat de vrouw die hij huwde hem had gebaard. Ik noem dat ‘schuldeloze schuld’. Als jij je niet bewust bent van je daden, dan kun je er ook niet verantwoor-delijk voor worden gehouden. Dat geldt trouwens ook voor een baby. Als die iets naars doet dan vinden we niet dat het schuldig is aan de gevolgen daarvan, want een baby  heeft geen of nog onvoldoende bewustzijn

In onze rechtsspraak komt het verschil tussen verantwoordelijk-zijn-voor en de oorzaak-zijn-van niet tot uiting in het beantwoorden van de vraag of iemand wel of niet schuldig is. Wel in het opleggen van de strafmaat. Er wordt dan gekeken naar het wel of niet opzettelijk en oorzakelijk verrichten van een daad in de zin van nalatigheid of niet-bewust handelen. Dit speelt bijvoorbeeld bij het bepalen van dood-door-schuld of moord of doodslag. In alle gevallen spreekt de rechter van schuld omdat het schuldig-zijn-aan wordt gekoppeld aan het criterium verwijtbaar gedrag: door iemands handelen komt een ander te overlijden; dus ook als geen sprake was van opzet om de ander van het leven te beroven. De dood van die ander is dan wel ‘de dader’ te verwijten. Bij de beschuldiging van dood-door-schuld is er sprake van nalatig of risicovol gedrag van de verdachte. Een bekend voorbeeld van dood-door-schuld is de zaak van een verpleegster die niet oplet en per ongeluk een verkeerde injectie aan de dokter geeft waardoor een patiënt overlijdt. Hierbij was er geen sprake van opzettelijke levensberoving. Bij moord of doodslag is dat wel zo. Dan heb je wel iemand opzettelijk om het leven gebracht. De opgelegde straf voor dood-door-schuld is daarom aanmerkelijk lager dan die voor moord of doodslag.

Het kan echter ook zijn dat we ‘voor eigen rechter’ mogen spelen. Het gaat dan om minder ernstige zaken of niet-daden waar geen rechter aan te pas komt. Ook dan kan ons geweten en ons eigen schuld-gevoel in het geding zijn. We doen er dan goed aan eveneens verantwoordelijkheid en oorzakelijkheid niet door elkaar te halen of op één hoop te vegen. Dat is van belang als je naar eer en geweten kan vaststellen dat jouw ‘schuldgevoel’ slaat op iets waarvan je weliswaar de veroorzaker bent geweest maar wat je niet bewust gedaan hebt. Ook dan moet je je afvragen of dat schuldgevoel terecht is. Want er kan dan best iets ernstigs zijn gebeurd, maar het is de vraag of je je daarover schuldig ofwel daarvoor verantwoordelijk moet (blijven) voelen. Dit alles nog los van de tegelteswijsheden aan het begin van dit verhaal. Want, gebeurd is gebeurd en vaak niet meer terug te draaien. En voorts, het is volgens mij nergens goed voor om een ‘schuldeloze’ daad je verdere leven als ballast met je mee te blijven zeulen.

  • Herman

Jouw levensverhaal helpt je bij het vinden van zingeving van je leven 36

Een eigentijdse filosoof en schrijver die zich bezighoudt met de vraag welk doel het leven dient, is John Gray. Hij is auteur van o.a. het boek ‘Mannen komen van Mars, Vrouwen komen van Venus’. Wij hebben volgens hem werkbare verhalen nodig die ons leven een bete-kenis geven. Een eigen levensverhaal probeert dat ook te doen, zo kan ik uit eigen ervaring beamen. Een ver-haal met een ‘achteruitkijkspiegel’ dat een te ver-dragen portie werkelijkheid beschrijft in combinatie met een te koesteren illusie. Alleszin de moeite waard, zo’n schrijfklus! Het betekent herbelevend je verhaal doen over je eigen leven. En hierbij waren mijn zorgvuldig bewaarde jaaragenda’s tot grote (geheugen-)steun. Een eigen levensverhaal, ongetwijfeld met de nodige ruis op de band en selectief kiezend van vermeldenswaardige gebeurtenissen. Gebeurtenissen die kloppen of passen in ons (vaak grillige) leven. Je leven terug kunen zien in een samenhangend geheel is een belangrijke bron van zingeving! Samenhang, ofwel één of meer ‘rode draden’ ontdekken in je leven. En die  rode draden zeggen weer iets over jouw identiteit; over wie je bent.

Over identiteit gesproken is het de vraag of je je leven lang in de kern dezelfde persoon blijft. De gang-bare opvatting zegt van niet. Volgens 'de geleerden' is er bij identiteit geen sprake van een constante, vaste kern. Ik ben het daar niet mee eens. Ik ervaar bij mijzelf - en mijn levensverhaal indachtig – door de jaren heen geen echte veranderingen in mijn identiteit. Zeker, je wordt - als het een beetje meezit - levenswijzer en evenwichtiger. En in aanleg reeds aanwezige persoonskenmerken komen door de jaren heen wat meer tot uiting. Ook je reacties op zaken kunnen misschien wat veranderen. Maar in de kern blijf je naar mijn mening wie je ‘in aanleg’ al was. Hoe dan ook, zeker is dat de eigenschappen die bij jouw identiteit horen van groot belang zijn in de keuzes die je in je leven maakt.

In onze zoektocht naar de zin van ons leven helpt het om vooral te letten op de rol die gewaarwordingen als dankbaarheid, tevredenheid en voldaanheid in ons leven spelen. En het is interessant om er op te letten wanneer en hoe een of meer van deze drie gewaarwordingen zich bij jou voordoen in situatie die te maken hebben met:

- ergens bij (willen) horen: bijvoorbeeld hulp bieden in je directe omgeving;

- een ontdekte rode draad in je leven (wat komt vaak terug in je leven?);

- activiteiten in je vrije tijd die je samen met anderen of alleen uitvoert.

Dat hoeft allemaal niet over hemelbestormende zaken te gaan. Eigenlijk gaat het er in al die situaties om dat we ons ‘gewoon’ begrepen, gezien, geliefd en verbonden weten met onze vrienden, familie, partners en collega’s. En het is Interessant om te kijken in hoeverre we op dit soort van situaties gericht zijn in ons doen en laten van alle dag. En dat is af en toe best lastig of ingewikkeld. Want, neem nou die eerste groep van situaties (ergens bij willen horen en een bijdrage willen leveren). We zien dan dat we onze vrije/eigen tijd steeds meer ‘privatiseren’. Oók omdat we vooral met onszelf en met het invullen van onze eigen behoefte bezig zijn. En het is de vraag of dat uiteindelijk een bevredigende betekenis aan ons leven geeft. Privatisering van onze eigen vrije tijd kan ook mede de oorzaak zijn van een toenemende eenzaamheid. En zo’n 20 procent van de mensen beschouwt eenzaamheid tegenwoordig als een belangrijke bron van onvrede in het leven en ervaart daarmee automatisch ook minder betekenis in het bestaan.

Maar, laat ik mijn gedachten over zin geven aan ons eigen leven positief afsluiten. Ik hoop dat ik er in mijn mijmeringen onder meer in slaag over te brengen dat het belangrijk is vooral bewust in dankbaar-heid en tevredenheid te leven. Niet af en toe en eventjes, maar voor zo lang mogelijk en wellicht voor altijd!. Want we vergeten heel snel en wennen gemakkelijk aan wat we hebben aan gezondheid, een goede omgeving en aan genoeg in het algemeen. Dankbaarheid, dus aandacht hebben en houden voor de goede dingen in het leven en tevreden zijn met de dingen die je al hebt. Of, om maar weer ’s de uitspraak van Augustinus van stal te halen: ‘geluk is verlangen naar wat je al hebt’. Daarenboven, als je in je leven van alledag op de goede dingen let, ben je optimistischer en tevredener.

. Herman

Wat staat een tevreden leven in de weg37

We kunnen over ons leven minstens een viertal gemeen-schappelijke feiten benoemen. We worden geboren, we zijn allemaal wel eens fundamenteel eenzaam, we moe-ten verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen leven en we gaan dood. Over geboren worden en doodgaan wil ik het in deze mijmering nu niet hebben. Wel over eenzaamheid en verantwoordelijkheid voor en over ons leven.

Eerst even dit: niet alles in en rond ons leven moet altijd leuk zijn. En we hoeven ook niet altijd gelukkig te zijn. Niet dat er iets mis is met geluk, maar wel als wordt gedacht dat we constant gelukkig moeten zijn en hiermee ongeluk willen ontkennen. Want, 'het leven is ook een hoop gedoe en gezeik' (René Gude). En daarnaast - laten we eerlijk zijn - ons leven bestaat doorgaans óók uit een behoorlijke portie gewonigheid. Dat klinkt niet erg populair. Het liefste houden we een dergelijk gewonig idee over ons leven stiekem voor onszelf. En ook je ongelukkig en slecht voelen behoort tot de gewonigheid van het leven. Misschien niet altijd en overal, maar minstens af en toe. Dat is heel normaal.

Er mag wat mij betreft in onze verdere ontdekkingstocht naar de zingeving van ons bestaan dus best wat meer ruimte zijn voor ongeluk en wat minder focus op geluk. En we mogen ook wel wat kritischer kijken naar onze 'ikkige’ wereld waarin je struikelt over de geluksaanbiedingen. De realiteit is immers (ook) dat we massaal lijden aan verlatingsangst, instabiele relaties, onaangepaste agressie, impulsiviteit, zinloos-heid en leegte. Er zijn bijgevolg enorme wachtlijsten bij de psychiatrie en psychotherapie. We blijken meer te tobben over zaken als verdriet of ongeluk dan dat we blijmoedig fluitend door ons leven huppelen.


En dan het fenomeen verdriet, ‘dat ding met stekels’, las ik ergens. Stekels die je niet zomaar kunt afsnijden. Het enige wat je kan doen is de stekels omzwachtelen met verhalen. Geef er woorden aan, naar anderen en ook voor jezelf. Tot de stekels niet meer prikken. Tot je het verdriet bijna koesterend kunt meenemen in je verdere leven. Ja, verdriet koesteren! Dat vind ik zoveel beter dan het ‘een plekje geven’. Want, maken we ons bij dit laatste niet wijs dat we ons verdriet als verwerkt en afgedaan in een laadje kunnen stoppen? Laat het maar een te koesteren onderdeel in ons verdere leven zijn. Ongeluk, ook dat hoort bij het leven en verdriet hebben is geen psychiatrische afwijking.

En eenzaamheid. Oók iets waar we het liever niet over hebben, terwijl het veel voorkomt in ons leven. Zo af en toe of heel veel. Als gevolg van ons overkomen verdriet en ongeluk, bijvoorbeeld. De afstand tus-sen de al eerder genoemde gewonigheid van ons leven en de ervaren eenzaamheid en leegte in ons leven is niet zo groot. Het wordt wat ingewikkelder met die eenzaamheid als die het gevolg is van de ‘verkruimeling van ons sociale weefsel’. Wat zich vooral kan voordoen bij de ouder-wordende-mens en kan dat leiden tot een min of meer wegkwijnende verbinding tussen mensen. En verder heeft een-zaamheid te maken met ons centrale thema in deze mijmerking: als we ons eenzaam voelen dan vinden we het extra lastig en ingewikkeld om uit te vinden welke zin we aan ons leven kunnen geven. Oók omdat we bij die zingeving nogal eens te hooggespannen en onhaalbare verwachtingen hebben. In de trant van: wat is de zin van het leven als ik niet succesvol, fantastisch en ongelooflijk ben? Of, als ik niet meer jong en mooi ben? Vragen waar echt héél veel mensen mee bezig zijn! Vragen ook die voortkomen uit die ikkige wereld van ons: het ‘ik’ op de voorgrond met zijn eigen geluk, zijn eigen leukigheid, zijn eigen ontplooiing. In onze westerse wereld lijkt het Ik een levens-project te zijn geworden. Maar wel ten koste van de verbinding met onze omgeving en ten koste van het op zoek gaan naar de echte zingeving in ons leven.

Kwesties als het hijgerig zoeken naar leukigheid, het meegaan in een ikkerige wereld, het toegeven aan te hooggespannen verwachtingen, het verliezen van verbinding en het meedoen aan polarisatie; het staat allemaal ons welbevinden in de weg en het leidt af van het zin willen en kunnen geven aan ons eigen leven. Vasthouden aan die hooggespannen en modieuze maakbaarheid van ons leven en daarmee aan alles wat er nu schort aan ons bestaan, kan funest zijn voor een gelukkig leven. En het grootste gevaar daarbij is die ikkerige zelfgenoegzaamheid.

Pas als je tevreden bent met wat er is, ontstaat er rust en durf je thuis te zijn in jezelf, met hoe de dingen nu zijn voor jou. 

. Herman


Ook een zinvol leven is ‘zoals het is’ 38

In mijn mijmeringen ben ik af en toe op zoek naar hand-vatten om erachter te komen welke zin wij aan ons leven kunnen geven. Naast het ervaren en uiten van dank-baarheid denk ik dat ook geluk een belangrijke ‘aanwij-zer’ is. Maar opgelet, want over het begrip geluk wordt veel onzin uitgekraamd. Toen geluk nog niet als trend was ingelijfd door de mindfulness-industrie verdiepte ik me al in wat we met geluk kunnen bedoelen. En het viel me op dat we geluk weliswaar heel belangrijk vinden, maar dat we toch niet goed weten wat dat is of wat we daar onder moeten verstaan. En na veel zoekwerk en discussies weet ik nu in elk geval dat we geluk niet moeten verwarren met tevredenheid. Ik denk dat geluk vooral te maken heeft met een goed gevoel in-het-moment. Dus een meer kortstondige gewaar-wording. Terwijl er bij tevredenheid sprake is van een langduriger positief gevoel in en over ons leven. Een voortdurende voldoening. Een tevreden of gelukkig gevoel, beide kunnen je overkomen in je werk, bij familie of vrienden, of als je fijne activiteiten onderneemt of ergens verblijft waar je je goed bij voelt.

En net als bij dankbaarheid is het ook bij het ervaren van tevredenheid en voldoening belangrijk daarbij stil te staan en dergelijke gewaarwordingen bewust aan je toe te laten! Laat het niet achteloos en ‘als vanzelfsprekend’ aan je voorbijgaan, maar neem de tijd om van dergelijke tevreden en gelukkige gevoe-lens te genieten. Want ze dragen in positieve zin bij aan wat jij kennelijk als belangrijk en goed ervaart in jouw leven.

Bij dit alles gaat het er aanvankelijk niet om dat je gaat zoeken of uitvinden wanneer of bij welke activi-teiten je die gevoelens van dankbaarheid of geluk krijgt. Dat komt later wel. Het is in onze huidige zoektocht eerder andersom: ben je ervan bewust dat een gevoel van dankbaarheid of tevredenheid je ‘overkomt’. Daarenboven, de dingen die we doen om het leven zin te geven, hoeven niet altijd gericht te zijn op het krijgen van een gelukkig of dankbaar gevoel. Maar wel belangrijk is het om onze aandacht vooral te richten op wat kennelijk goed voor ons is en minder op wat er misgaat in ons leven of wat eraan ontbreekt. En stel je gerust, ook een beetje ongelukkig zijn is heel normaal. Ons huidige streven naar voortdurend geluk wordt ons als ‘een must’ aangepraat. Een doorgeslagen gedoe, ons als gezellige leukigheid voorgeschoteld door ‘vrienden’ op facebook. Zogenaamde geluksmomenten zonder veel betekenis. En een negatief gevolg hiervan is dat we ongeluk massaal dreigen weg te stoppen. Terwijl ook dát bij ons leven hoort.

Maar goed, terug naar onze gevoelens van geluk en tevredenheid. Wij voelen ons gelukkiger als het leven gemakkelijker aanvoelt en als we gezond zijn. Ook het idee dat je de regisseur bent over je eigen leven, dat je eigen doelen kan kiezen en daar naartoe kan werken, dragen bij aan een tevreden gevoel. Ofwel, dit alles geeft jouw leven zin.

Bij onze verdere zoektocht naar de zin van ons leven wil ik graag twee waarschuwingen meegeven. De eerste is jezelf te aanvaarden zoals je bent. Dus, eigenschappen als creatief, initiatiefrijk, assertief, pro-actief, zelfstandig of zelfredzaam zijn weliswaar allemaal ontzettend populaire begrippen, maar wie niet over al deze karaktereigenschappen beschikt, hoeft echt niet naar een psycholoog of psychotherapeut te rennen om hulp.  En een tweede waarschuwing: bedenk dat geluk een enorm trendy ‘ding’ is vandaag de dag. Bijgevolg lijkt iedereen elkaars gelukscoach te willen zijn. We willen elkaar allemaal gelukkiger maken. Heel goed bedoeld nauurlijk, maar er bestaan onderweg op zoek naar geluk verschillende valkuilen.

Het lijkt mij verstandig om in onze zoektocht het eerder aangegeven verschil tussen de begrippen geluk en tevredenheid in de gaten te blijven houden. En verder om onderscheid te maken tussen de ‘ervarende-ik’ en de ‘herinnerende-ik’. De ervarende-ik zal het leven beoordelen op basis van wat hij of zij voelde bij bepaalde momenten en gebeurtenissen: loonopslag, een familie-uitstapje, een feestje bij vrienden. Die ‘ik’ vertelt iets over hoe gelukkig iemand is op een bepaald moment, welke emoties hij heeft beleefd en hoe fijn hij zich op dat moment voelt. De gelukscurve van de ervarende ik is er een die op en neer gaat in de tijd, van dieptepunt naar hoogtepunt en weer terug. De herinnerende-ik is bezig met de vraag hoe tevreden of voldaan iemand is als hij of zij over het volledige leven nadenkt. Die ‘ik’ zal op totaal andere dingen letten bij het beantwoorden van de tevredenheidsvraag.

De geluksindustrie rommelt die twee verschillende ‘ikken’ meestal door elkaar. Met als gevolg dat onze gelukskompassen alle richtingen uitschieten. En er is dan altijd wel een boek of coachingstraject dat beweert de weg naar ‘ons geluk’ te kennen. Maar geluk is meer een emotie die een graadmeter wil zijn voor de mate waarin je (op enig moment) in evenwicht bent. Geluk is dus meer een wegwijzer dan een doel. Als je begrijpt én accepteert wie je bent, hoe je persoonlijkheid en je lichaam in elkaar zitten en je aanvaardt dat inzicht in jezelf, dan ben je in evenwicht. En dat geeft je een gevoel van tevredenheid. Zo eenvoudig (of ingewikkeld) is dat… En kijk daarbij vooral niet naar de interesses en aspiraties van anderen, maar zoek zelf uit wie jij bent.

De onderwerpen geluk en tevredenheid voor nu afsluitend, veel mensen denken dat geluk en zingeving ontstaan als je krijgt wat je wilt. Maar zo is het niet. Uiteindelijk is ook een zinvol leven ‘zoals het is’. 

. Herman


Op hol geslagen door ‘meer en beter’ 39

Vandaag de dag zijn de overheersende gevoelens van zinloosheid en leegte het grootste probleem. Materieel gaat het ons beter dan ooit. Maar mensen voelen zich desondanks niet goed van binnen. Sterker nog, onze manier van leven dreigt ons psychisch ziek te maken. Dat komt doordat twee van onze basisbehoeften niet worden vervuld. De eerste is onze hang naar een posi-tieve verbinding met anderen. Die ontkennen we als gevolg van een doorgeschoten individualisering. En als we al op verbinding uit zijn dan doen we dat doorgaans op een egocentrische of negatieve manier. We vertellen elkaar dan vooral hoe succesvol we zijn en hoe gezellig we het hebben. Of we schelden elkaar verrot via de sociale media. De tweede onvervulde basisbehoefte heeft te maken met het niet meer beschikken over een zingevend kader in ons leven. De kerk was vroeger ook niet alles, maar door het massaal afzweren daarvan hebben we het kind met het badwater weggegooid. Zoals zingevende rituelen en kerkelijke ge- en verboden. Dat we daar niet meer zoveel trek in hebben is nog tot daaraan toe. Maar er is weinig voor in de plaats gekomen wat ons helpt om goed met onszelf en met anderen om te gaan. We zijn op een onmatige manier onze eigen god geworden en we denken allemaal over een eigen levenskompas te beschikken dat ons bij de geboorte in meegeleverd. Die radicale secularisering in combinatie met het ontbreken van een richting- en zingevend-kader veroorzaakt dus dat gevoel van zinloosheid en leegte waar ik het in het begin over had. We zijn behoorlijk de weg kwijt en dolen als verdwaalde ego-trippers door ons leven.

Het kon tot aan de afgeopen coronacrisis ook wel wat lijden, materieel gezien. Het is ons vanaf de Tweede Wereldoorlog over het algemeen behoorlijk voor de wind gegaan. Het gevolg hiervan is een ongebreidelde overmoed en een verwend beeld van en over ons leven. Omgaan met tegenslagen werd iets ‘van vroeger’. En we denken het leven tot in alle uithoeken te kunnen controleren. Maar door de coronapandemie hebben we tot onze grote verbijstering moeten ervaren: we are so small against the stars. Kennelijk valt niet alles te krijgen en te sturen zoals we het graag zouden willen hebben. Tot aan die crisis dachten we dat ons leventje als vanzelfsprekend behoort te bestaan uit oneindig genieten. En ‘geluk’ kan je tegenwoordig gewoon kopen als boek, scheurkalender, workshop, therapiesessie of als pil. Met al dat genieten en die materiële welstand zijn we elkaar, onszelf en het bezig zijn met levenszin uit het oog verloren. En door te streven naar meer en beter zijn we vergeten dankbaar te zijn voor wat er al is. We hoppen van baan naar baan. Nog beter betaald en nog ­interessanter. We gaan zo origineel mogelijk op vakantie en we willen de spectaculairste én gezondste maaltijden op tafel zetten. We sturen onze kinderen naar zo veel mogelijk interessante buitenschoolse activiteiten en onze tuin hoort er beter bij te liggen dan die van de buren. En op sociale media houden we elkaar op de hoogte over onze oergezellige en onbenullige vooruitgang. Kortom, de voorbije jaren is het materiële geluk voor veel mensen de norm geworden.

En tot onze verpletterende verbazing ontdekken we dat dit alles vooral een smak ongelukkige en depres-sieve mensen oplevert en meer en meer medeburgers met een wel heel erg kort lontje. ‘Ergens’ zitten we de boel en onszelf dus behoorlijk voor de gek te houden. We worden kennelijk niet gelukkig van al die doelen die horen bij onze prestatie-samenleving (rijkdom, professioneel succes, populariteit). We hebben er immers nooit genoeg van. Er komt nooit een punt waarop we zeggen: ‘Zo, nu ben ik populair of rijk genoeg’.  Succes went en is oeverloos. 

Die hongerige houding lijkt lijnrecht in te gaan tegen wat wél goed is voor ons welzijn. Namelijk: dank-baarheid. Ofwel, aandacht voor de goede dingen in het leven en (h)erkennen dat we dat vaak aan iets anders dan aan onszelf te danken hebben. Dankbaarheid, een begrip dat we echt moeten herontdekken. Want dat heeft een duidelijke samenhang met ons welzijn. Wie op de goede dingen let, is optimistischer en tevredener. Wie zich realiseert hoeveel hij te danken heeft aan anderen, wordt ook vriendelijker en meer empathisch. Dankbare mensen zijn, zo blijkt uit onderzoek, ook minder agressief. En dankbaarheid is niet alleen goed voor ons maar daagt ook uit om ernaar te leven. Bewust dankbaar zijn en proberen niet te wennen aan wat we al hebben. Minder gericht op wat er allemaal beter kan en meer waardering voor wat ik nú heb. Oók als anderen daar een aandeel in hebben (gehad).

Dus, zeg bijvoorbeeld vaker tegen vrienden, geliefden of familieleden dat je ze ergens dankbaar voor bent.

. Herman

De zin van het leven versus zin geven aan mijn leven 40

Deze mijmering heeft niet bepaald een wervende titel. Meer bedoelt voor filosofen dan voor eenvoudige zielen. Of toch een hele praktische kwestie? We gaan het zien. Hopelijk een bijdrage aan ons persoonlijke welbevinden. Dus toch maar even doorlezen…

Toen wij allen nog schaapjes waren van een of andere geloofskudde, wisten we wel raad met de zin van het leven. Zo was voor de Katholieke kinderen onder ons het antwoord op de vraag waarom wij op aarde rondspoken: "om in het hiernamaals gelukkig te zijn". Afzender, de Schoolcatechismus. Maar dat was wel een erg uitgestelde beloning. Daarom is later vóór het hiernamaals het woordje ‘hier‘ geplakt. Dus voorafgaande aan een – hopelijk gelukkig – verwijlen in de hemel mocht je ook nu al genieten van het aardse bestaan, zijnde Gods schepping. Tenminste, als je je best deed! Maar ja, die catechismus is in 1964 in de kerkelijke prullenbak gemikt. En nadien moeten we het doen met de gedachte dat wij stervelingen minstens op een hebbelijke manier willen overleven. Ondanks alles wat ons in gevaar brengt. Maar, alleen overleven is wat schraal. Dus als het even meezit willen we dat overleven combineren met een streven naar geluk. Daar was Aristoteles trouwens ook al achter gekomen, ver voor het ontstaan van onze Westerse kerken. Hij zei dat het er om gaat jezelf te verwezenlijken. En naarmate dat beter lukt, ben je ook gelukkiger.





Terug naar de vraag over de zin van het leven. Een vraag die er al de nodige eeuwen op heeft zitten en waarop nog steeds geen sluitend, bevredigend antwoord lijkt te passen. En misschen is het wel zo dat die vraag weliswaar al heel lang bestaat, maar dat we tot de ontdekking komen dat het eigenlijk geen goede vraag is! Sterker nog, misschien is de vraag wel verkeerd! Als we het vandaag de dag zo lastig vinden om de zin van het leven te achterhalen, moeten we wellicht het woordje ‘zin’ anders benaderen. Zou het bijvoorbeeld ook kunnen dat de ‘zin’ van mijn leven datgene is wat ik er zelf van maak? Als we daar mee kunnen instemmen, krijgen we een iets andere vraag. 'Wat is de zin van het leven' wordt dan: 'Welke zin geef ik aan mijn leven?' Zelf gaan zoeken dus naar de dingen die mijn leven betekenis geven. Nou, daar hebben we geen katechismus voor nodig. Maar we zouden wel de uitspraak van Aristoteles als startpunt kunnen nemen: ‘zelfverwezenlijking’. Eigenlijk wil dat zeggen: puur zijn wie je bent, los van oordelen en verwachtingen van anderen én van jezelf. Dus, jezelf zijn en blijven en vandaaruit op zoek gaan naar de zin van jouw eigen leven. Ook niet gemakkelijk. Maar we kunnen onszelf wel een handje helpen als we weten dat wij mensen van nature allemaal een wil hebben om betekenis te geven aan ons leven. Dat gaat echter niet vanzelf. Daar moet je regelmatig goed voor gaan zitten en de tijd voor nemen. Om beelden en gedachten te krijgen bij wat jouw leven zinvol maakt en daar bijpassende woorden voor te vinden. En dat is dus gelijk ook ons probleem. Want we moeten al zoveel en we hebben het al zo druk. En die onrust zit in ons. Best wel jammer! Het is namelijk de moeite waard om voor jezelf antwoorden te krijgen op die zingevingsvraag. Alleen al daarmee bezig zijn kan een hoop duidelijk maken over hoe je in jouw leven staat of wil staan. En, nog spannender, in hoeverre dat allemaal écht bijdraagt aan de zinvolheid van jouw bestaan. Ofwel, aan jouw persoonlijke zingeving.

. Herman